Bijna 1,5 jaar geleden raakte ik in gesprek met Bart Kleijweg, oprichter van Buurtlab. Sindsdien hebben we al vaker met elkaar samengewerkt. Hij vertelde mensen op te leiden via LSR (leider sport
recreatie, een certificaat om bevoegd les te geven, niet in het onderwijs maar op het gebied van vrije sporten en recreatie.. Dit doet hij voor Sportadviesbureau Stichting NSA, een bedrijf met ruim 85 jaar ervaring met het ontwikkelen, coördineren en uitvoeren van projecten op het gebied van sport en beweging in een maatschappelijke context.
We raken in gesprek over onze gedeelde wens om de opleidingen beter te laten aansluiten bij de tijd waarin we leven. Zo komen we op het idee om de art- en streetdisciplines, zoals freestyle basketbal,
freestyle voetbal, freerunning, breakdance en BMX, bij elkaar te brengen. Deze sporten hebben een vrije, expressieve en creatieve uitingsvorm en worden in de volksmond vaak ‘urban sports’ genoemd, omdat ze vaak te vinden zijn in een stedelijke (urban) setting. Door de verschillende disciplines bij elkaar te brengen kan er naar mijn mening synergie ontstaan en hebben we een groter bereik en impact. Door de schoonheid van de sporten bij elkaar te brengen kunnen we onze visie vastleggen voor de volgende generatie en de weg verder plaveien voor deze bijzondere sporten.
Ons idee is gelukkig goedgekeurd. De komende 3 jaar zullen we mensen via MDT (maatschappelijke diensttijd) opleiden in de art- en streetdisciplines. We zullen de kar trekken met de 3 creatieve hoofdpartijen: Stichting NSA, Buurtlab en Showcase Basketball. Het mooie is dat er binnen het bestaande model van Stichting NSA ruimte is om zelf het curriculum vast te leggen. Zo kunnen we
zorgen dat het gedachtegoed en de essentie van de sporten behouden blijft, ook op de lange termijn. Want hoewel het vooral de trucs zijn die in eerste instantie de aandacht van de jongeren trekt, is het vooral de vrije uitingsvorm waardoor het enthousiasme wordt vastgehouden. ‘Jezelf zijn en jezelf mogen laten zien in deze hectische en individualistische maatschappij’, wie wil dat nou niet?
